Categorie archieven: Geen onderdeel van een categorie

ESRS, de soep wordt niet zo heet gegeten …

Op 31 juli 2023 is de ‘final’ versie van de European Sustainability Reporting Standards gepubliceerd

(C(2023) 5303 final). De algehele structuur van deze definitieve versie is niet veel veranderd ten opzichte van de ‘draft’ versies van november 2022. In vervolg op een ronde van openbare feedback heeft de Europese Commissie wel een aantal wijzigingen doorgevoerd in vergelijk met de vorige versie. Het betreft een aantal belangrijke wijzigingen waarmee de rapportagelast wordt verminderd en het wat eenvoudiger wordt om de standaarden toe te passen.

Openbare raadpleging
Op basis van een openbare raadpleging (consultatie) over de concept-ESRS uit april 2022, zijn de ESRS-standaarden grondig herzien en gestroomlijnd. Zo is het aantal rapportagevereisten  teruggebracht van 136 naar 84 en het aantal kwantitatieve en kwalitatieve deelaspecten (datapunten) gereduceerd van iets meer dan 2.100 naar ruim 1.100.

Materialiteit en stapsgewijze invoering
Een belangrijke aanpassing is ook dat voor onderwerpen die niet relevant (material) voor (de operationele activiteiten van) de onderneming zijn, de verplichting vervalt om hierover te rapporteren. Dit betekent wel dat een gedegen materialiteitsanalyse cruciaal is en het startpunt vormt voor de rapportage over duurzaamheid.

Daarnaast heeft de Europese Commissie een aantal overgangsbepalingen vastgesteld:

  • In hun eerste rapportagejaar mogen ondernemingen de rapportage over de verwachte financiële effecten van alle klimaat- en andere milieu-gerelateerde effecten, risico’s en kansen achterwege laten;
  • Gedurende de eerste drie rapportagejaren volstaat een kwalitatieve toelichting van klimaat-gerelateerde financiële effecten (in plaats van kwantitatief);
  • In het eerste rapportagejaar kunnen de onderwerpen ESRS S1, ‘Eigen personeel’, met betrekking tot sociale bescherming, werknemers met een handicap, gezondheid en veiligheid en de balans tussen werk en privéleven worden weggelaten;
  • Voor bedrijven met minder dan 750 werknemers gelden de volgende vrijstellingen:
    • Voor het eerste rapportagejaar mogen ze alle ESRS S1, ‘Eigen personeel’ openbaarmakingsvereisten en hun scope 3 GHG-emissies weglaten (ESRS E1, ‘Klimaatverandering’).
    • Gedurende de eerste twee rapportagejaren mogen organisaties de rapportage over biodiversiteit en ecosystemen (ESRS E4), werknemers in de waardeketen (ESRS S2), getroffen gemeenschappen (ESRS S3) en consumenten en eindgebruikers (ESRS S4) achterwege laten.

Het wordt eenvoudiger de standaarden toe te passen
Betekent dit dat organisaties op hun lauweren kunnen rusten? Zeker niet! Nog steeds moet er nog veel worden gerapporteerd over milieu-, sociale- en bestuurlijke aspecten. Maar door de overgangsbepalingen krijgt u wat meer tijd om aan alle rapportage verplichtingen te voldoen en dus al doende te leren. Gelukkig wordt de soep dus niet zó heet gegeten als deze in eerste instantie werd opgediend.

Doe de ESRS-scan
Wilt u weten over welke duurzaamheidsaspecten van de ESRS u in uw jaarverslag of duurzaamheids-verslag al rapporteert? Laat Constantis dan uw huidige jaarverslag analyseren met de ESRS-scan. U krijgt inzicht in over welke disclosures u al rapporteert en waar de ‘gap’ zit. Zodat u bent voorbereid op rapporteren volgens deze nieuwe Europese duurzaamheidsstandaard.

CSRD / ESRS; van ‘shall’ naar ‘may’

Op 31 juli 2023 is de ‘final’ versie van de European Sustainability Reporting Standards gepubliceerd (C(2023) 5303 final). De algehele structuur van deze definitieve versie is niet veranderd ten opzichte van de ‘draft’ versies van november 2022. In vervolg op een ronde van openbare feedback heeft de Europese Commissie (gelukkig) wel een aantal wijzigingen doorgevoerd in vergelijk met de vorige versie. Het betreft een aantal wijzigingen waarmee de rapportagelast wordt verminderd en het wat eenvoudiger wordt om de standaarden toe te passen.
Een belangrijke aanpassing is dat voor onderwerpen die niet relevant (material) voor de onderneming zijn, de verplichting vervalt  om hierover te rapporteren. In jargon: van het moeten rapporteren over bepaalde onderwerpen (shall) naar vrijwillig rapporteren over bepaalde onderwerpen (may).

Van ’shall’ naar ‘may’
De CSRD en de ESRS-openbaarmakingsvereisten zoals opgenomen in de ‘draft’ versie van November 2022 hadden een verplichtend karakter. Ondernemingen moesten verplicht (shall) rapporteren over een breed scala aan onderwerpen op het gebied van Environment (milieu), Social (sociale aspecten) en Governance (bestuur). Een substantieel deel van de openbaarmakingen (disclosures) zijn in de definitieve versie van juli 2023 niet-verplichtend geworden. Je rapporteert dus alleen over onderwerpen die je als relevant voor jouw onderneming hebt bestempeld.
De gemaakte keuzes ten aanzien van de rapportage over de voor de onderneming relevante duurzaamheidsonderwerpen dien je uiteraard wel goed te onderbouwen in de materialiteitsanalyse. Daarin leg je ook uit over welke onderwerpen je niet rapporteert en je onderbouwt ook waarom deze onderwerpen niet materieel zijn. Daarmee sluiten de ESRS-standaarden veel beter aan op de praktijk. Immers, je hoeft bij irrelevante onderwerpen niet steeds aan te geven dat die voor jouw onderneming niet relevant zijn. Je gaat aan de slag met die onderwerpen), waarmee je jouw positieve impact op de planeet kunt versterken.

ESRS voor rapportage en ISO 26000 als handelingskader
De ESRS-standaarden komen door deze wijziging beter in lijn met de internationaal vastgestelde richtlijn voor de maatschappelijke verantwoordelijkheid voor organisaties ISO 26000. Want in die – niet certificeerbare – richtlijn rapporteer je ook uitsluitend over die aspecten die relevant zijn voor de organisatie. En als bepaalde aspecten niet relevant zijn dan meld je dat (rapporteer of leg uit).
Met de doorgevoerde aanpassing van de ESRS-standaarden, komt de toepassing van de verplichte rapportagestandaard dus meer in lijn met de (niet verplichtende) MVO-richtlijn ISO 26000.
De ESRS-standaarden bieden de nieuwe rapportage systematiek voor duurzaamheid. De op de ISO 26000 richtlijn gebaseerde businessmodellen van TripppleBusiness en TripppleCare van Constantis bieden de implementatie systematiek voor duurzaamheid (de weg ernaar toe).
Anders gezegd, een ideale combinatie: de Trippple-aanpak als handelingskader voor verduurzaming en de ESRS-standaarden voor de jaarlijkse rapportage over duurzaamheid.

Meer weten over de weg naar en rapportage over duurzaamheid?
Wilt u meer weten over de weg naar en de rapportage over duurzaamheid? Neem dan een licentie op de TripppleBusiness-toolkit of de TripppleCare-toolkit van Constantis, digitale werkplaatsen voor de verduurzaming van de organisatiestrategie. De toolkits bevatten tientallen praktische tools, waaronder templates voor MVO-rapportages, een routekaart naar een duurzame strategie, MVO-werkboek en workshops voor medewerkers en een format voor een stakeholdersessie. Daarnaast bevatten de toolkits werksessies voor duurzaam inkopen en duurzaam hrm-beleid, een MVO-scorecard voor ketenpartners, duurzame business modellen en nog veel meer.

Meer weten?
Neem contact met ons op via:
info@constantis.nl

Rapporteren over duurzaamheid

Als samenleving staan we voor de enorme opgave om onze planeet leefbaar te houden. Voor bedrijven en instellingen betekent dit dat zij maatschappelijk verantwoord ondernemen als kern van hun strategie moeten maken om daarmee hun negatieve impact op de planeet zo klein mogelijk te maken. En hierover moeten gaan rapporteren.

Voor duurzaamheidsrapportage zijn diverse internationale standaarden ontwikkeld en er is vanuit de Europese Unie een nieuwe standaard in ontwikkeling.

Nieuwe Europese rapportage standaard
In april 2022 heeft de Europese Commissie het voorstel voor de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) gepresenteerd. Deze regelgeving verplicht bedrijven te rapporteren over de milieu- en sociale impact van hun activiteiten. Dit betekent dat grote organisaties over het boekjaar 2024, dus in 2025, van ‘Europa’ verplicht moeten gaan rapporteren over hun duurzame beleid en prestaties. En deze rapportage moeten laten toetsen door een accountant.

Organisaties moeten vroeg of laat allemaal de transitie maken naar een duurzaam business model en dus is deze verplichting een steuntje in de rug of liever een stok achter de deur om in actie te komen.

Er is gekozen voor een aparte Europese taxonomie met een eigen structuur, definities en terminologie. De (voorlopige) taxonomie bestaat uit een set van 15 ‘working papers’.

Wereldwijd erkende rapportage-standaarden voor duurzaamheid
De keuze voor een aparte Europese taxonomie is opvallend. Immers, er bestaan al jarenlang diverse rapportage standaarden voor duurzaamheid die met wereldwijde consensus tot stand zijn gekomen. Bijvoorbeeld ISO 26000 en de Global Reporting Initiative (GRI). Ook zijn er nog de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen (SDGs) waar organisaties zich aan conformeren.

Enkele wereldwijd erkende standaarden voor de rapportage over duurzaamheid op een rij:

  • ISO 26000 is een wereldwijde standaard voor MVO die in 2010 tot stand is gekomen op basis van internationale consensus tussen 99 landen en diverse NGO’s waaronder de International Labour Organization (ILO), de OECD Guidelines en het Ruggie Framework van de VN.
    De Zelfverklaring ISO 26000 bestaat uit een (zelf)verklaring van de bestuurder en een onderbouwende rapportage (transparantietrede 1) of antwoorden op 40 vragen (transparantietrede 2), beide eventueel uitgebreid met een Prioriteitenmatrix waarin een organisatie de relevantie, significantie en prioriteit van de door haar geselecteerde duurzame onderwerpen beschrijft (transparantietrede 3). Verrijk de  Zelfverklaring ISO 26000 door tevens de voor uw organisatie relevante Sustainable Development Goals te adresseren.
  • Global Reporting Initiative (GRI); kent twee rapporteringsmogelijkheden:
    • Core optie (kernachtige optie): Deze rapporteringsoptie bevat de essentiële elementen en geeft de nodige achtergrond mee waartegen de organisatie zijn economische, ecologische en sociaal-maatschappelijke prestaties en impact afzet. Core duurzaamheidsverslagen rapporteren over de managementbenadering, alsook minstens één indicator per materieel (meest relevant) aspect.
    • Comprehensive optie (uitgebreide optie): De Comprehensive rapporteringsoptie vergt bovenop de core informatie bijkomende informatie over de strategie, bestuurs-structuur, ethiek en integriteit van de organisatie. Comprehensive duurzaamheids-verslagen rapporteren alle indicatoren per materieel (meest relevant) aspect.
  • Geïntegreerd Jaarverslag; het reguliere jaarverslag én duurzaamheidsverslag op basis van bijvoorbeeld ISO 26000, in één geïntegreerd rapport.
  • Vanaf het boekjaar 2024 verplicht de Europese Unie om organisaties van een bepaalde omvang te rapporteren over duurzaamheid. Het betreft de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).
    De CSRD heeft het dubbele materialiteitsprincipe als basis. Dubbele materialiteit gaat over de belangrijke duurzaamheid-gerelateerde risico’s en kansen die een organisatie van buiten af op zich ziet afkomen, zoals water- en droogteschade, reputatierisico’s of CO2-heffingen. Dat wordt vaak aangeduid als ‘outside-in’: de (financieel) materiële impact op de organisatie. Aan de andere kant gaat het over de (potentiële) impact, positief of negatief, die de organisatie zelf heeft op mensen en milieu. Denk aan schade aan biodiversiteit, mensenrechtenschendingen of een positieve bijdrage aan het oplossen van het wereldvoedselprobleem. Dit perspectief heet ‘inside-out’.

Meer weten over de verschillende manieren om te rapportren over duurzaamheid? Vraag dan het (gratis) ‘White paper Rapporteren over duurzaamheid‘ aan via: info@constantis.nl.